De merel is ongetwijfeld een van onze meest populaire en geliefde vogels. Oorspronkelijk een schuwe vogel uit het bos, hij is in de 20e eeuw naar de parken en tuinen gekomen. De merel is meestal niet schuw en eet graag wat er in de winter wordt aangeboden. Als u een merel ziet, zegt de folklore dat het weer zal veranderen.
- Lengte: 24 – 29 cm
- Broeden: april – mei
- Maximum leeftijd: 21 jaar
- Eieren en nestjes: Incubatie 13 – 14 dagen. 4 – 6 eieren, vaak 2 nestjes
- Latijnse naam: Turdus merul
Uiterlijk
Een stevige lijster met lange staart. Het volwassen mannetje is gemakkelijk te herkennen omdat hij volledig zwart is, met een gele snavel en gele ringen om de ogen. Het vrouwtje is echter donkerbruin met een lichtere keel en bruine ringen om de ogen. Als de merel over de grond beweegt, springt hij met beide voeten tegelijk.
Gelijkaardige vogel
De Spreeuw, heeft een korte staart en loopt snel en schokkerig.
Voedsel en vogeltafels
Vaak geziene gast aan de vogeltafel. Zal in de zomer vooral wormen en insecten eten, evenals paddestoelen, bessen en fruit in de herfst. De merel geeft er de voorkeur aan om op de grond te zitten, maar zal proberen de vogeltafel op te komen als de grond bedekt is met sneeuw, om fruit of gedroogde bessen te eten.
Het nest en de holletjes
Broedt in heel het VK zolang er een soort vegetatie is en, bij voorkeur, menselijke vestiging. Het nest, dat uit bladen, mos en bladeren bestaat, wordt gemengd met aarde en wordt meestal op lage hoogte in de dikke takken van bomen geplaatst.
Verspreidingsgebied
 Zomer Hele jaar Winter |
 |